Flowerbed Flowerbed, Guggenheim

Kunstontmoeting 2

Niet iedereen stapt vanzelfsprekend een museum binnen. Soms omdat je niet weet naar welk museum je zal gaan of omdat je niet weet wat je wilt gaan zien. Kies je voor een vaste collectie of ga je naar een tijdelijke expositie kijken? Hoe zoek je hierin je weg? Ik wil het hier vergelijken met de keuze of je wel of niet op de fiets een stad binnen gaat. Buiten Nederland, met zijn mooie fietspaden, is dit beslist geen sinecure. De meeste verkeersborden leiden naar de snelwegen rondom de stad. Soms kies ik op fietsvakantie ervoor om een stad per openbaar vervoer binnen te komen zodat ik de omgeving in me op kan nemen. Binnenkomen, de sfeer proeven en kennis maken vanuit trein, bus of tram met een stad is voor mij al een voorbereiding op mijn museumbezoek. Bilbao in het Spaanse Baskenland is één van de steden die ik op deze manier heb bezocht. De stad ligt in een bergachtige omgeving en vanuit het zuiden stroomt de rivier Nervion door het centrum van de stad om vervolgens uit te monden in de Golf van Biskaje. Als je Bilboa binnenkomt zie je oud en nieuw naast elkaar en door elkaar. Dat begint al met de nieuwe trambaan waarmee ik naar het Guggenheim Museum in de oude binnenstad ga. Deze keer heb ik ervoor gekozen over mijn kunstontmoeting met het museumgbouw en het kunstwerk voor de ingang van het museum te schrijven.

Na New York en Venetië heeft sinds 1997 ook Bilbao zijn Guggenheim Museum, gevolgd door Berlijn en Las Vegas. De Guggenheim musea zijn tot stand gekomen doordat in 1937 de Amerikaanse kunstverzamelaar Solomon R. Guggenheim samen met de Duitse schilderes Hilla von Rebay in New York de non-profitorganisatie Guggenheim Foundation heeft opgericht. De aangekochte collectie wordt verspreid over de verschillende musea tentoongesteld .

De stad Bilbao was voorheen een grauwe industriestad, vooral bekend als stad van scheepswerven en zware industrie. Na het verdwijnen van de zware industrie en de haven in de binnenstad, is besloten om in de bocht van deze rivier een museum te bouwen. Mens, rivier en omgeving ,hebben samengewerkt om van deze voorheen grauwe stad een levende kunststad te maken. Het Guggenheim Museum in Bilbao is ontworpen door de Canadees- Amerikaan Frank O.Gehry (1929) architect van het deconstructivisme. Deze bouwstijl wordt zo genoemd omdat het de indruk wekt dat de constructie ieder moment in elkaar kan zakken. Het mooie van het museum vind ik de lijnen en vormen waardoor er, zowel buiten als binnen, een licht en schaduwspel is waar te nemen. Volgens Rudolf Steiner is architectuur een projectie van de wetmatigheden van het menselijk lichaam, waardoor het mogelijk is innerlijke bouwstenen te metamorfoseren in vormen buiten het lichaam. Ik kan slechts schrijven over de beleving van mijn eenmalige bezoek aan het museum terwijl, als ik het geheel in mij op wil nemen, ik het meerdere keren zal moeten bezoeken. Het geometrisch gevormde gebouw heeft de naam ‘Flor de Metal’ , bloem van metaal, gekregen. Het is speels en strak tegelijk en doet mij eveneens denken aan een groot dobberend schip maar ook aan een formatie van bergen en dalen. Het gebouw is een kunstwerk op zich waarin, als je binnen bent, de rivier een geheel vormt met het gebouw. De buitenwand van het museum is bekleed met titaniumplaten die als een schubbenhuid over het gebouw zijn aangebracht en de band met het industriele verleden uitdrukt. Ook het vele glas dat is gebruikt, geeft elan aan het gebouw. De loopbrug ernaast is, in overeenstemming met het gebouw, van staal en glas. Naast de indrukwekkende sculpturen van de Amerikaanse beeldhouwer en videokunstenaar Richard Serra (1939), in de speciaal daarvoor gemaakte expositieruimte, is de kunstcollectie binnen niet groot. De keuze van de collectie doet recht aan de prachtige vormen van het gebouw die met behulp van de computer tot stand zijn gekomen.

Guggenheim Bilbao
Omdat het kunstwerk voor de ingang van het museum volgens mij niet los staat van het gebouw, wil ik u ook hierin laten meedelen. Het is een kunstwerk van de veel besproken Amerikaanse kunstenaar Jeff Koons (1955). Het is een 12 meter hoog kunstwerk ‘Puppy’ genaamd en het stalen frame heeft de vorm van een West Highland terriër. Zijn vacht bestaat uit perkplanten die in 25.000 kg. aarde staan en door middel van een ingebouwd irrigatiesysteem van water worden voorzien. In de zomer straalt de bloemenpracht je tegemoet. Ik vind het een mooie kunstcombinatie, het koele titanium van het gebouw met daarvoor de zachte vormen van de ‘Puppy’ die in warme kleuren staat te bloeien. Ook dit kunstwerk is door middel van de computer tot stand gekomen. Voor mij geeft dit uitdrukking aan de bijzondere mogelijkheden van de hedendaagse kunst en hoe de kunstenaars van nu, nieuwe middelen gebruiken voor hun vernieuwende werk en hiermee een brug slaan tussen oud en nieuw. Frank O.Gehry zegt over het gebruik van de computer voor zijn ontwerp van het Guggenheim Museum:

‘Het is alsof ik een vreemde taal sprak en de uitvoerder mij plotseling verstaat. In dit geval is de computer niet een ontmenselijkende factor geweest, maar een tolk.

De manier waarop deze kunstenaars in deze 2 werken uiting hebben gegeven aan kunst, boeien mij. Het brengt een innerlijke beweging teweeg waardoor je wordt geraakt. Ik vind dat Frank O.Gehry en Jeff Koons in Bilbao laten zien hoe je techniek ten dienste van kunst stelt in combinatie met de levende natuur. Kunstcritici noemen Jeff Koons een cultuurcynicus. Zelf zegt hij hierover:

‘Ik hou van kunst die verleidt en ik heb vertrouwen in mijzelf en in het leven. Ik wil daarom kunst maken waar mensen vertrouwen in kunnen hebben. Ik geloof dat mijn smaak werkelijk onbelangrijk is. Mijn werk probeert zich te presenteren als de underdog. Het stelt dat mensen alles moeten omarmen’.

Door de kunst te omarmen is Bilbao niet langer de underdog maar een stad die zich heeft weten te vernieuwen. Rudolf Steiner zegt: ‘Kunst ist, was Freude macht’. Deze uitspraak zegt veel over de werking van kunst op de innerlijke beleving van de mens. In Bilbao zie je wat kunst met een stad kan doen, hoeveel vreugde het schept en een impuls is voor economische groei. De uitvergroting van een bloem van metaal en een met bloemen bedekte hond die boven de mens uittorend zodat je letterlijk in de schaduw staat van deze enorme kunstwerken, vind ik een bijzonder manier om door middel van kunst uitdrukking te geven aan niet voor de hand liggende gezichtspunten. Nieuwe gezichtspunten die we ook in het dagelijks leven kunnen ontdekken. Door de seizoenen heen blijft de basisvorm van de ‘Puppy’ zichtbaar en beweegt mee, waardoor kunst en natuur in een ritme verbonden worden. Ik heb de ‘Puppy’in zomerbloei gezien maar het intrigeert mij als ik eraan denk hoe hij er in het najaar uit zal zien en hoe hij in de winter bedekt zal zijn met sneeuw en in het voorjaar weer tot bloei zal komen. De ‘Puppy’ als entree voor de ‘Flor de Metal’ nodigt mensen uit het museum in te gaan en te komen genieten van kunst. Na een zonnige zomer ga ik mij voorbereiden op het korten van de dagen. Aan het achteruitzetten van de klok van zomer- naar wintertijd zal ik weer moeten wennen. Als ik de gordijnen dicht trek en het licht aan doe, denk ik terug aan Bilbao met zijn prachtige museum en de bloeiende kleuren van de ‘Puppy’ ervoor. De warmte van de zomer neem ik mee naar binnen.

Irene Tjio, kunstzinnig therapeut beeldend (BAT)